usa la cleta

usa la cleta

woensdag 12 september 2012

En aquel otoño triste


De herfst begon heftig en meedogenloos dit jaar. Er waren maar liefst 14 levens te betreuren nadat er een storm op orkaankracht de stad had doorkruist. Nou zijn we best wat gewend hier qua slecht weer, maar het gemiddelde zomeronweer – hoe angstaanjagend ook - tilt geen bomen uit de grond of daken van de stadions. Dat komt slechts verkoeling brengen op oververhitte dagen, met veel tamtam een beetje onrust stoken, als een blaffende hond die niet bijt. Maar dit keer was het menens. De woeste kracht van de natuur kwam slachtoffers eisen. Het verkeer moest nog dagenlang ontwortelde en gespleten bomen ontwijken. Het gebeurde namelijk vlak voor Pasen en de voltallige plantsoenendienst was blijkbaar met verlof of wordt niet doorbetaald tijdens feestdagen. In sommige wijken was geen stroom tijdens de Paasdagen. Uit protest werden er snelwegblokkades opgeworpen. Het startschot voor deze herfst had niet harder kunnen klinken.

Normaal gesproken klinkt dat startschot meer als een soort rokjesdag, maar dan de Argentijnse inverse daarvan. Klimatologisch gezien zouden beide in theorie op dezelfde dag kunnen vallen, ergens in april. Maar terwijl het frivole en bijna feestelijke gevoel van rokjesdag lentekriebels aankondigt en een seizoen vol zon, warmte en oneindig plezier inluidt, kan winterjasdag toch niets anders zijn dan de droeve boodschapper van kou, donkere dagen, griep en winterdepressies. Als bij toverslag de winterjas het straatbeeld overheerst, lijkt het geheime teken van de aangeboren barometer gegeven en gevoeld. Het ruikt dan ook ineens verdacht vaak naar mottenballen in de bus en de metro.

Najaar dus, tijd om lekker bij de kachel en bij elkaar te kruipen. Warmte zoeken bij de medemens en schuilen voor de kou. Mijn huisgenoot gaat nog vaker dan in de zomer tango dansen. “Dan weet ik weer even hoe het voelt om een vrouw vast te houden” zegt hij altijd voor de grap. Maar in elke grap schuilt een kern van waarheid, nietwaar? Ik vraag me af hoeveel mensen eigenlijk (tango) dansen om – bewust of onbewust – warm intermenselijk contact te voelen. We raken elkaar zo weinig aan tegenwoordig. Andersom is vastroesten in een vertrouwde omhelzing ook mogelijk. Dat leerde ik van een lieve oude dame op mijn dansles. Ze had haar hele leven met maar één man gedanst (misschien moeten we dat niet al te letterlijk opvatten maar voor de dramatiek van het verhaal werkt het wel). Nadat haar man overleden was, had ze ontdekt dat ze helemaal opnieuw moest leren dansen. Als in een oude langspeelplaat hadden de jaren samen hun groeven ingesleten. Het kostte haar moeite om met anderen te dansen. Ze was enorm geschrokken van de sfeer in de milonga’s, waar ze de heren onderling had horen praten over de dames. Ze vertrouwde me toe dat het er grof aan toe ging. In de bescherming van de echtelijke cocon had ze geen weet gehad van de hatelijkheden en het geroddel.

Vanwege deze wetenschap en een dringende behoefte aan vrolijkheid neig ik de laatste tijd meer naar de salsa. Nu de blaadjes hier van de bomen vallen en het donkere seizoen begint, wil ik de op de loer liggende herfstdip geen voedingsbodem geven. Dansen: sí! Trieste tango’s: no.

Uit: En aquel otoño triste
Tekst/muziek Orison Moya Medina

Han caído muchas hojas 
del otoño de la vida
han pasado tantas cosas
que dificil olvidar
solo veo en cada hoja
el instante en que te fuiste
y cuanto amor me dejaste
en aquel otoño triste.






"En aquel otoño triste" verscheen in mijn column Mi Buenos Aires pequeño, in het aprilnummer van tangotijdschrift La Cadena.

maandag 6 augustus 2012

Don’t lie to me Argentina


Laten we het weer eens over geld hebben. Niet over moneditas deze keer, in het openbaar vervoer kunnen we tegenwoordig ook met onze tarjeta SUBE of Monedero terecht: kleine vooruitgang, enorm plezier. Nee, laten we het even macro houden. Money makes the world go round nietwaar? Een waarheid als een koe waarmee u en ik ons dagelijks geconfronteerd zien en die de emoties tot extreme hoogte kan doen oplopen. In december 2011 was het precies tien jaar geleden dat de Argentijnse overheid aankondigde dat zij haar buitenlandse schuld van USD 95 miljard niet kon terugbetalen. Een enorme crisis en volksopstand braken uit. Om te voorkomen dat de banken zouden omvallen werden alle tegoeden bevroren. Niemand kon aan zijn geld – of wat daar überhaupt nog van restte – komen. Anno nu is het nauwelijks voor te stellen wat voor strijdtoneel Buenos Aires destijds geweest is, maar de beelden van de opstand die met veel geweld door de politie onderdrukt werd, sneden me door de ziel.

Een terugblik op tien jaar Argentijnse economie levert helaas geen optimistisch plaatje op, ondanks de groei van de afgelopen jaren. Het saneren van de schuld en de overheidsuitgaven is nog altijd een zware opgave. In 2010 kwam het zelfs zo ver dat presidente Kirchner de directeur van de centrale bank op niet geheel politiek correcte wijze ontsloeg, omdat hij het niet eens was met het gebruiken van de nationale reserves (het zogenaamde bicentenario fonds) voor het aflossen van de staatsschuld. Een prachtige politieke klucht, gelardeerd met dagelijkse porties smulnieuws, maar gebaseerd op het trieste feit dat de staatsschuld een loden last is die het land beperkt en verlamt.

Inflatiebestendig is de Argentijnse economie ook nog steeds niet. Eén keer met je ogen knipperen en de prijzen zijn weer omhoog gegaan. De regering K speelt mooi weer, terwijl iedereen er elke dag getuige van is dat de officiële cijfers niet kloppen. Onlangs kondigde The Economist in het artikel ‘Don’t lie to me Argentina’ aan niet langer gebruik te zullen maken van de statistieken van de INDEC (het Argentijnse Centraal Bureau voor de Statistiek). De inflatiecijfers die sinds 2007 gepubliceerd zijn, 5 tot 11% per jaar, gaan plaats maken voor meer realistische, minstens dubbel zo hoge, cijfers van de inflatiespecialist PriceStats. De overheid goochelt graag met getallen en is zelfs tot manipulatie van de Big Mac Index overgegaan. Dez index, berekend door hetzelfde financiële tijdschrift, vergelijkt globaal de prijzen van het paradepaardje van de welbekende hamburgergigant met de grote M. Inmiddels staat de dubbeldikke hamburger hier niet meer prominent op de kaart. Hij is er wel, maar weggemoffeld op een onopvallende prijslijst. Iedereen die, niet afgeschrikt door zijn nutritieve waarde, er eentje wil verorberen kan hem dus gewoon bestellen. Bij het afrekenen blijkt MacDonald’s welwillend partner in crime van de knoeiende K’s: de Big Mac gaat voor ongeveer de helft van de werkelijke prijs over de toonbank....

Mocht u nog een tangotripje richting Buenos Aires gepland hebben: komt u vooral in grote getale eurootjes in de tango-industrie en in de Argentijnse economie pompen. Zorgt u wel dat u een beetje goed in de slappe was zit en wacht u niet tot de prijzen echt de pan uit rijzen. In dat geval kunt u uiteraard uw toevlucht nemen tot zo’n afgeprijsde Big Mac. Maar wees eens eerlijk: u heeft toch ook liever een flinke, malse bife?


"Don't lie to me Argentina" verscheen in mijn maandelijkse column Mi Buenos Aires Pequeño in het maartnummer van tango-tijdschrift La Cadena.

zaterdag 21 juli 2012

A tango a day....

Evolutionair gezien zit het wel snor met ons gevoel voor muziek. Sinds hij rechtop ging lopen - en wellicht al vele duizenden jaren langer – maakt de homo sapiens muziekinstrumenten en dus muziek. Muziek komt alleen bij de mens voor, maar waarom het in de loop van de evolutie bij ons is gebleven, is de biologen niet duidelijk. Muziek is emotie, muziek is onmisbaar. Waar mensen samenkomen wordt muziek gemaakt en beleefd. Religieuze ceremonies, oorlogsrituelen, belangrijke gebeurtenissen in het leven: zonder muziek, zang en dans zouden ze voor ons niet hetzelfde betekenen.

Onze muzikaliteit is aangeboren, laat een baby luisteren naar het zingen van zijn moeder en hij zal aandachtiger opletten dan wanneer ze alleen maar lieve woordjes zegt. Van kinds af aan kunnen we ritmes, klanken en toonhoogtes onderscheiden. Een klein 'weeffoutje' in de muziekgenen kan echter ongevoeligheid voor tonen veroorzaken. Personen die aan deze toondoofheid lijden, merken het niet als een toon in een melodie wordt verhoogd of verlaagd, en ze zijn volkomen ongevoelig voor valse noten. Een melodie onthouden of aanleren lukt niet, terwijl er niets mankeert aan hun gehoor of mentale capaciteiten als taalvaardigheid. Beroemdheden als Che Guevara en Theodore Roosevelt leden aan dit syndroom. Het verhaal gaat dat Guevara op een avond een verpleegster wilde versieren. Door een vergissing van zijn vriend, die aan moest geven wanneer er een tango begon, dwong hij de verpleegster in de maten van een tango terwijl er een zwoele Braziliaanse samba klonk!

Het mysterieuze van muziek is dat men niet precies weet waar het zit in onze hersenen. Op veel verschillende plaatsen is het vermoeden, in tegenstelling tot andere vaardigheden. We raken ons gevoel voor muziek daardoor ook niet zomaar kwijt, soms blijft het onaangetast terwijl andere hersengebieden beschadigd zijn. Ooit het boek Musicofilia van Oliver Sacks gelezen? Het staat vol met boeiende verhalen, over zijn patiënten die door een hersenaandoening lichamelijk of geestelijk niet meer optimaal kunnen functioneren. Hun beperkingen of persoonlijkheidsstoornissen worden echter verzacht of verdwijnen zelfs op miraculeuze wijze, als ze hun lievelingsmuziek horen of als ze zingen. Sacks pleit er voor om alle Parkinsonpatiënten een iPod te geven, vanwege het wonderbaarlijke effect van muziek op hun bewegingen. Muzikale hersengymnastiek als medicijn in plaats van de allernieuwste wetenschappelijke verworvenheden: absurd eenvoudig maar verbazingwekkend doeltreffend.

Op één van de vele tangofestivals die Buenos Aires rijk is raakte ik eens aan de praat met een wat oudere dame. Ik voelde me enigszins betrapt toen ze over haar reuma begon te vertellen, omdat ze gemerkt had dat mijn blik naar haar handen was afgedwaald. Handen die, krom van de reuma, ongewild de aandacht trokken. Ze besloot haar verhaal over haar ziekte en de pijn die daarmee gepaard gaat, met een optimistisch “Maar zolang de benen het nog goed doen…..” en verdween vervolgens naar de dansvloer. Deze dappere dame diende zichzelf een flinke dosis endorfinen toe. Zo wil ik ook wel oud worden, ooit. Geen geraniums en geen gezeur, gewoon lekker blijven dansen en genieten van mooie muziek. Om de tand des tijds een paar danspassen voor te blijven: tangotherapie. Een dagelijkse dosis in hapklare brokken van een minuut of drie.

"A tango a day.... " verscheen in mijn maandelijkse column Mi Buenos Aires Pequeño in het decembernummer van tango-tijdschrift La Cadena.

maandag 25 juni 2012

Domweg gelukkig

Soms verrast het leven van alledag me en voel ik me zomaar ineens ‘…domweg gelukkig in de Dapperstraat’. Uiteraard heet een straat in deze stad calle, een straatje pasaje, een plein plaza en een laan avenida. In dit specifieke geval bevond ik me dichtbij huis in één van de mooiste avenidas die Buenos Aires rijk is, de avenida Pedro Goyena. Het verkeer werd wat rustiger, de avond viel onder de stille, statige bomen. Ik was net naar tangoles geweest, op weg naar huis, en besefte me plotseling dat ik de volgende ochtend bij Anatomie een stel koeienhersenen mee zou moeten nemen. Een paar weken later zou het centrale zenuwstelsel op het programma staan en we werden geacht zelf studiemateriaal aan te leveren.

Gelukkig is de Mercado de Progreso altijd tot negen uur ’s avonds geopend. Een oude overdekte markt, waar de verrukkelijkste delicatessen zo verlokkelijk mogelijk uitgestald liggen, en de groenteboeren de appeltjes en de aubergines nog eens extra oppoetsen. Waar het altijd heerlijk naar vers brood ruikt en waar nog echt ambachtelijke slagers - met stevige armen en bebloede schorten - onder de hoge smeedijzeren bogen hun vlees hakken. Eén van de mooiste plekjes in mijn wijk om op zaterdagochtend even rustig rond te slenteren en me door een overdaad aan appetijtelijke geuren en kleuren te laten verleiden. Om wat kostelijke lekkernijen in te slaan en een kopje koffie te drinken in het kleine cafeetje, midden tussen alle bedrijvigheid.

Deze doordeweekse avond toog ik op een speciale missie naar mijn geliefde Mercado. Onderweg gebeurde er iets moois in mijn brein. Plotseling daagde het gelukzalige besef dat dit een avond was die ik me de rest van mijn leven zou blijven herinneren. Dat dit merkwaardige moment voor altijd bij me zou blijven. Als een sprankelend zonnestraaltje van puur goud lichtte het in me op: dat er ooit een dag komt dat ik niet meer hier zal wonen, studeren en dansen, maar terug zal kijken op mijn tijd in Buenos Aires en me zal realiseren hoe buitengewoon bijzonder en waardevol deze periode in mijn leven is.

De slager had een mooi stel hersenen voor me. Op maandagen kreeg hij altijd verse geleverd. Twee flinke knuisten vol koeienkronkels reikte hij me aan. Zorgvuldig vlijden we ze in een tupperwarebakje. Een beetje bizar maar vooral ook vermakelijk om mezelf daar met bakje en bloederige inhoud door de Mercado te zien lopen. Ik hield het voorzichtig voor me alsof de kledderige derrie het kostbaarste kleinood ter wereld was. Het geluk straalde blijkbaar van me af, intuïtief keken alle slagers van hun werk op zodra ik langs liep. Sommigen openden hun mond om iets te zeggen maar er kwam geen geluid uit. Alsof ik in slow motion langs hun stalletjes schreed, misschien zelfs zweefde.

De koeienhersenen gingen een nachtje de koelkast en - de volgende dag - de formol in. Het allesoverheersende geluksgevoel conserveerde ik diezelfde avond nog. Als een fonkelnieuw sieraad schittert het sindsdien, tussen duizenden andere dierbare herinneringen.



"Domweg gelukkig" verscheen in mijn maandelijkse column Mi Buenos Aires Pequeño in het oktobernummer van tango-tijdschrift La Cadena.

zaterdag 17 maart 2012

Visum verlengen - een "korte" handleiding

Je bent student in Buenos Aires en dient elk jaar je visum te verlengen. Een kwestie van de juiste documenten verzamelen en een stempeltje halen in je paspoort, meer is het eigenlijk niet. Je begint op tijd, 2 maanden voor je visum verloopt en 1 maand voor je colleges beginnen, zo hoop je de bureaucratie voorbij te zijn als je weer aan de slag moet. Volg het stappenplan:

Je belt de faculteit om 2 van je documenten aan te vragen. Het ene bewijst dat je regulier student bent (Certificado de Alumno Regular), het andere laat zien welke examens je het afgelopen jaar gedaan hebt (Certificado Analítico). De Studentenadministratie van je faculteit kan noch via de telefoon, noch via internet dit soort verzoeken afhandelen, en deelt mee dat je ze persoonlijk zult moeten komen aanvragen.

Je stapt op je fiets (ondanks 40 graden en 90% luchtvochtigheid), om niet een uur in de bus gekookt te worden en fietst in een half uurtje naar je faculteit. De rij bij de Studentenadministratie is gelukkig nog niet zo lang. Je vraagt de 2 documenten aan. Eén daarvan moet betaald worden. De kassa is aan de andere kant van het gebouw. Na betaling lever je het betaalbewijs in bij de dames van de Studentenadministratie. Een week later mag je je documenten komen ophalen.

De volgende dag ga je naar het kantoor van de Burgerlijke Stand voor een bewijs van goed gedrag (Certificado de Antecedentes Penales). Vroeg opstaan: om 7 uur in de rij staan om een nummer te bemachtigen, als je later op de ochtend komt zijn de nummers op. Gelukkig is het nog niet al te druk en heet in de metro naar het centrum. Wacht geduldig in de rij tot je nummer afgeroepen wordt. Betaal voor je certificaat. Wacht geduldig in de volgende rij. Kom goed voorbereid met kopietjes van je paspoort en je DNI (Argentijnse identiteitsbewijs). Na het nemen van je vingerafdrukken krijg je een bewijsje. Goed bewaren, 5 werkdagen later mag je je certificado ermee afhalen (Oh ja: niet vergeten blij te zijn dat je Nederlander bent. Inwoners van de USA moeten ook een bewijs van goed gedrag van de FBI overleggen voor elke periode die zij in hun eigen land doorbrengen).

Een week na het bezoek aan je faculteit stap je weer op je fiets, ondanks de aanhoudende hittegolf. Deze keer een lange rij bij de Studentenadministratie, omdat alle eerstejaars zich bij hetzelfde loket moeten inschrijven. Niet boos worden als na een uur wachten blijkt dat je Analítico nog niet aangemaakt is, de dames doen hun best. Het certificaat wordt geprint en getekend. Alleen de vakken van het 1e cuatrimester staan erop, want het systeem is nog niet geactualiseerd met de cijfers van november/december. Je denkt dat het voor Migraciones (de IND) niet zoveel uitmaakt hoeveel vakken erop staan, dus je gaat tevreden naar huis. Al 2 documenten in the pocket!

Niet te vroeg juichen. Die documenten dienen nog wel even gelegaliseerd te worden. Eerst door de universiteit (UBA) en dan door het ministerie van Onderwijs. Van de afgelopen jaren herinner je je dat je om 7 uur in de rij ging staan bij de UBA. Omdat je de website even checkt kom je erachter dat de procedure gewijzigd is. Via internet dien je een datum en tijdstip te reserveren. Je raakt niet in paniek als op het eerste gezicht blijkt dat alle dagen vol zitten tot na de uiterste houdbaarheidsdatum van je visum. Rustig even alle dagen bekijken, dan kom je er achter dat je in je eerste collegeweek nog net een plaatsje kan bemachtigen. Op het tijdstip dat je eigenlijk college hebt, maar goed, je stelt je prioriteiten bij.

Inmiddels zijn er 5 werkdagen verstreken sinds je naar de Burgerlijke Stand ging. Er zaten nog 2 feestdagen tussen vanwege het Carnaval, maar nu je legalisatie moet wachten tot begin maart heb je even geen haast meer. Je gaat met de metro naar het centrum, deze keer mag je na 8 uur komen en je hoeft niet eens in de rij te staan. Niet vergeten even lekker koffie te gaan drinken met medialunas (kleine zoete croissantjes) om te vieren dat je een eerste stap echt afgerond hebt.

Behalve de verlenging van je visum wil je ook graag het adres in je DNI wijzigen. Je woont al meer dan een jaar op je nieuwe adres, dus dat wordt wel eens tijd. Daarvoor heb je uiteraard nog een extra document nodig, dat je bij het politiebureau in je wijk kunt aanvragen. De dag erop moet je dan thuis zijn, want het afleveren van het papiertje op je woonadres is het bewijs dat je daar ook echt woont. Je gaat op een middag bij het politiebureau langs. Het is te druk en je hebt geen tijd om te gaan zitten wachten. Later op de middag loop je er weer heen, het is nog drukker geworden. De volgende ochtend probeer je het weer. Je bent meteen aan de beurt. Je moet 10 pesos betalen, de dienstdoende agent heeft geen wisselgeld voor jouw biljet van 100. Je loopt terug naar huis en leent 10 pesos van je huisgenoot (alternatief: je koopt een pakje kauwgom bij de kiosk op de hoek). Je loopt voor de vierde keer binnen 24 uur naar het politiebureau en betaalt de 10 pesos. De volgende dag komt een agent op de fiets bij je huis langs, juist als jij met je fiets naar je faculteit gaat. Je bent weer een stapje verder!

De dag van legalisatie bij de universiteit is aangebroken, je zorgt dat je in het aangegeven tijdvak op de juiste locatie bent (met de bus deze keer). Je bent al met colleges begonnen inmiddels dus je zorgt dat je wat te lezen/studeren bij je hebt, voor in de rij. Het valt mee, na een half uurtje ben je al aan de beurt. Na betaling krijg je de 2 documenten van je faculteit gestempeld en getekend terug. Nu alleen nog naar het ministerie. Dat zit op loopafstand, maar is spijtig genoeg alleen 's ochtends geopend. Het is vier uur 's middags dus je zult de volgende dag dezelfde reis nog eens moeten afleggen. De volgende dag neem je dezelfde bus. Tijdens de ochtendspits dus je doet er lekker lang over (leesmateriaal niet vergeten!). Bij het ministerie is er maar één wachtende voor je. Die heeft niet zoals jij 2 A4-tjes bij zich, maar ordners vol met papier. De mevrouw aan de balie is druk in gesprek met haar en probeert te begrijpen wat er precies gelegaliseerd moet worden. De andere ambtenaren achter de balie vertonen geen enkele neiging tot klantcontact. Tot de mevrouw met de ordners weg is, dan wordt je toch ineens door één van de andere ambtenaren geholpen. Twee stempels en twee handtekeningen later, sta je weer op straat. Je mag jezelf feliciteren! je hebt alle documenten rond en bent klaar voor de laatste stap: Migraciones.

Je plant de grote dag goed: op tijd naar bed, genoeg geld in huis, alle documenten klaar in origineel en kopie. Je staat om half 6 op en gaat snel de deur uit. Voor 7 uur ben je bij Migraciones en sluit je achteraan in een reeds lange rij. Je weet nog van het afgelopen jaar waar je moet zijn en je hoopt dat de indeling van de gebouwen sindsdien niet gewijzigd is. De rij komt in beweging, bij de deur gekomen krijg je een nummer en neem je plaats. Zodra het de ambtenaren genegen is begint het afroepen van de nummers. Eenmaal aan de beurt haal je al je documenten tevoorschijn. De dame tegenover je bestudeert ze. "Wat heeft u eigenlijk in het 2e cuatrimester gedaan?" vraagt ze, en wijst op je Analítico op een laatste examendatum eind juni. Je legt uit dat de faculteit in februari het systeem nog niet op orde had, dat je vanwege de te volgen legalisatiestappen op tijd begonnen bent met het aanvragen van je documenten. Ze vraagt naar je libreta (universiteitsboekje waarin je je vakken moet laten aftekenen). Je antwoordt dat dat bij één van de vakgroepen ligt, juist vanwege het aftekenen van de examens van november. Ze vindt het jammer maar kan niets voor je doen. Je zult terug moeten komen met een volledige Analítico. Je sputtert nog tegen omdat het niet bepaald je hobby is, en weinig efficiënt, om van de ene naar de andere rij te zwerven, van het kastje naar de muur. Je argumenteert dat het andere certificaat toch ook aantoont dat je een reguliere student bent. Het mag niet baten, de dame is onverbiddelijk. Je bent met te hoge verwachtingen gekomen, je mag terug naar "AF". Bovendien is je visum nog niet verlopen, dus je hebt "alle tijd" om een en ander te regelen en gezellig nog eens langs te komen bij Migraciones.

Je keert onverrichter zake terug naar huis. Als troost ga je even in een leuk cafeetje lekker koffie drinken met medialunas. Je hebt het verdiend!

De volgende dag ga je terug naar de Studentenadministratie. Er staan geen rijen eerstejaarsstudenten meer. De dames kennen je inmiddels en leven met je mee, maar zien in het systeem nog steeds niet al jouw vakken vermeld. Je vraagt ze om een volledige Analítico deze keer. Over een week mag je weer langs komen om het op te halen. Je gaat langs op de afgesproken dag en neemt het document in ontvangst. Het is getekend door dezelfde persoon dus deze keer mag je de legalisatiestappen overslaan. Voor de zekerheid zorg je ook dat je je libreta in je bezit hebt. De eerstvolgende werkdag waarop je geen ochtendcollege hebt, ga je weer voor 7 uur in de rij staan bij Migraciones. Je verwacht deze keer met de felbegeerde stempel in je paspoort huiswaarts te keren. Wederom niet te vroeg juichen, je weet maar nooit over welk detail ze deze keer zullen vallen. Eén enkele gedachte houdt je op de been: volgend jaar nog één keer het hele circus door en dan krijg je van de apparatsjiks van Migraciones een visum voor onbepaalde tijd. De hemel zij geprezen.

zondag 1 januari 2012

2012

Mijn decembermaand in Nederland, gevat in eerste indrukken en ervaringen:

- Thuiskomen bij mijn familie is elke keer weer een feest
- Sinterklaas vieren blijft ouderwets gezellig
- Wat is het stil 's avonds op straat
- Kwakkelen deze winter: veel grijze wolken, regen, hagel en natte sneeuw
- Daar word je wekenlang verkouden van :(
- Speculaas, pepernoten en chocoladeletters zijn verslavend
- Salsa dansen en hardlopen ook
- Als je een nieuwe Nederlander ontmoet krijg je een hand en nooit een zoen zoals in Argentinië
- Als je oude bekenden en vrienden ontmoet is het meteen weer gezellig als vanouds :)
- Aan Amsterdam heb ik mijn hart verpand
- Fietsen langs de Amsterdamse grachten is één van mijn favoriete bezigheden
- Het OV is overal GPS gestuurd, in de bus wordt vermeld welke treinen er gaan vertrekken als je bijna bij het station bent
- Strippenkaarten zijn uit de mode
- Prosecco nog steeds niet
- Een goeie fles Griekse dessertwijn kun je best 12 jaar lang in je wijnrek en dat van je ouders laten slingeren
- Het is "crisis" maar er wordt nog steeds voor vele miljoenen (67!!) aan vuurwerk de lucht in geknald
- Serious Request/Het Glazen Huis van de DJ's van 3FM haalt een daarmee vergeleken "schamele" 8,6 miljoen bij elkaar
- Iedereen heeft een iPhone of ander smart of android apparaat (ik heb het erop gewaagd en een gewone telefoon meegenomen maar eigenlijk kun je je er niet meer met goed fatsoen mee vertonen)
- Iedereen kijkt continu op dat i/smart/android apparaat - ik FB/tweet/mail dus ik besta
- Ik blijf me afvragen of ik juist meer of minder moet FB-en/tweeten/mailen dit jaar
- Goed voornemen: ook in 2012 de sterren van de hemel blijven koken
- Met de kliekjes van een culinair Oud&Nieuw diner kun je heel goed je ouders een prachtig Nieuwjaars-verrassingsmenu voorzetten :)
- Zelfs op Nieuwjaarsdag kijkt heel Nederland naar Boer Zoekt Vrouw

Tot zover de eerste helft van mijn vakantie. Nederland voelde vertrouwd maar het was toch ook weer even wennen. Nu ik weer helemaal geacclimatiseerd ben, hoop ik dat de rest van de vakantie weer veel moois en net zoveel gezelligheid in petto heeft. Daarna terug naar Buenos Aires voor het nieuwe studiejaar. Ongelofelijk eigenlijk dat ik na 2 jaar zowaar al op één derde van mijn studie beland ben. Nog eens twee van deze periodes en dan (als alles planningsgewijs zo strak blijft lopen) zou ik al klaar kunnen zijn? Hoeveel heb ik nog wel niet te leren in die tijd? Maar laat ik vooral niet 4 jaar op de zaken vooruit lopen. Eerst van 2012 maar weer eens een mooi jaartje zien te maken!!

Iedereen een gezond en gelukkig 2012 - volg je hart en maak je dromen waar!

zaterdag 15 oktober 2011

Tiempos Modernos

Tiempos Modernos

Sinopsis: Tiempos modernos es un largometraje de 1936 dirigido, escrito y protagonizado por el célebre actor Charles Chaplin. La película constituye un retrato de las condiciones desesperadas de empleo que la clase obrera tuvo que soportar en la época de la Gran depresión, condiciones promovidas, en la visión dada por la película, por la eficiencia de la industrialización y la producción en cadena. En la película también intervienen Paulette Goddard, Henry Bergman, Stanley Sandford y Chester Conklin.

Análisis: Para analizar la película, tomé unas palabras claves las frases que me parecieron las más ilustrativas del texto de Marx (MARX, Karl, La acumulación originaria, capítulo 24 de El Capital, México, FCE), nombrando con cada una las escenas de la película en las cuales encontramos ejemplos de sus conceptos.


Explotación
“Pero, si enfocamos el otro aspecto, vemos que estos trabajadores recién emancipados sólo pueden convertirse en vendedores de si mismos, una vez que se ven despojados de todos sus medios de producción y de todas las garantías de vida que las viejas instituciones feudales les aseguraban. El recuerdo de esta cruzada de expropiación ha quedado inscrito en los anales de la historia con trazos indelebles de sangre y fuego.

…… El proceso de donde salieron el obrero asalariado y el capitalista, tuvo como punto de partida la esclavización del obrero. En las etapas sucesivas, esta esclavización no hizo más que cambiar de forma: la explotación feudal se convirtió en explotación capitalista.”

La representación que Tiempos Modernos da del obrero es la de una pieza más en el engranaje de la maquinaria industrial En las primeras escenas se vea que los individuos están esclavos del ritmo de las maquinas, las cuales dictan los horarios de su vida. Debido a la presión y el alto grado de industrialización, la mayoría de los obreros parecen perder su personalidad y se convierten, metafóricamente, en maquinas. Esto es simbolizado también por el rebaño de ovejas al principio, que está comparado a un conjunto de hombres que salen de un subterráneo con dirección a sus trabajos en las fábricas. Entrando en la fábrica, marcan la hora de ingreso. Todo el tiempo está calculado, no se permite la holgazanería. Es como seguimos siempre las otras ovejas, sin pensar, y Chaplin está criticando que aceptamos estar parte de la maquinaría como animales tontos. Los compañeros de Charlot (el personaje de Chaplin) por ejemplo se enojan cuando el se está volviendo loco y no está participando no más, quieren que funciona la maquina como siempre debe. Charlot desaparece literalmente en la maquinaría, un imagen muy fuerte que está representando la fábrica como un gran monstruo, tragando y aplastando obreros.

La explotación siempre conoce niveles más sofisticadas de la perfección, que nos muestra la situación en la cual unos vendedores ofrecen, al dueño de la empresa, una máquina que permitirá que los obreros coman mientras trabajan. Esto implica un mayor control del tiempo para sumar aún más capital. El obrero ni puede ser dueño de su propio almuerzo. Con la maquina de almorzar el director se apropia hasta una de las últimas acciones libres/independientes de sus trabajadores.


Alienación
“Han de enfrentarse y entrar en contacto dos clases muy diversas de poseedores de mercancías; de un parte, los propietarios de dinero, medios de producción y artículos de consumo, deseosos de valorizar la suma de valor de su propiedad mediante la compra de fuerza ajena de trabajo; de otra parte, los obreros libres, vendedores de su propia fuerza de trabajo y, por tanto, de su trabajo. ……… Con esta polarización del mercado de mercancías, se dan las dos condiciones fundamentales de la producción capitalista. El régimen del capital presupone el divorcio entre los obreros y la propiedad sobre las condiciones de realización de su trabajo…. La producción capitalista no solo mantiene este divorcio, sino que lo reproduce y acentúa en una escala cada vez mayor.”

Las tareas en la fábrica son mecánicas y cada quien tiene una función específica. La cinta transportadora sigue funcionando produciendo en serie a un ritmo constante y monótono. Una sola falla desencadena el malogro de toda la demás producción. El trabajo consiste en atornillar y martillear. Ni un momento en la película vemos qué producto exactamente están produciendo, como no importa el producto final. El trabajo es muy mecánico, repetitivo, Charlot sigue con el mismo movimiento de atornillar también durante los recreos. Se vuelve loco, al final quiere atornillar hasta las botones de la ropa de las mujeres, y termina en el hospital psiquiátrico. El trabajo además es muy individualista, los compañeros del trabajo comparten el espacio físico pero no hay tiempo ni manera de socializar, se pelean y odian entre si. Por el escasez de trabajo en esa época, los obreros se convierten en sus propios rivales, porque tienen que competir por el mismo trabajo. Esto vemos en cuando Charlot lee en el diario que hay trabajo y corre a la fábrica para justamente entrar de último.


Lucha de clases
“Es cierto que la leyenda del pecado original teológico nos dice que el hombre fue condenado a ganar el pan con el sudor de su frente, pero la historia del pecado original económico nos revela por qué hay gente que no necesita sudar para comer.”

“Así se explica que mientras los primeros (una minoría trabajadora, inteligente y sobre todo ahorrativa) acumulaban riqueza, los segundos (un tropel de descamisados, haraganes, que derrochaban cuanto tenían y aún más) acabaron por no tener ya nada que vender más que su pelleja. De este pecado original arranca la pobreza de la gran mayoría.”

El director de la fábrica, ejemplo clásico del capitalista, está en su oficina, tomando su medicina, sus pastillas, jugando rompecabezas, viéndolo todo a través de una pantalla y dando sus órdenes, mientras que Charlot ni puede fumar un cigarrillo tranquilamente. Ir al baño lo hace además en su propio tiempo, usa su tarjeta de registración de tiempo para tomar unos minutos privados.

Vemos la burguesía, siempre buen vestido, caminando y paseando por las calles, comprando artículos de lujo en almacenas grandes y abundantes en todo (hasta los tragos en barriles). Charlot y la chica solamente pueden soñar de ese tipo de vida, en la escena de la casa linda por ejemplo, y cuando está trabajando de vigilante de noche en el almacén. Suenan que hay árboles de fruta y una vaca para la leche en su casa, y un bife de lomo gigante para comer. Tira la fruta por la ventana sin comerla completamente, todo está mostrando abundancia. Pero en la realidad, la casa donde viven es muy lejos de ser lujoso, y con la gente de la burguesía no hay ningún contacto. La esposa del pastor, visitando a la cárcel, no habla ni una palabra con Charlot, y la mujer en la calle denuncia muy prolijamente a la chica al momento de robar el pan.


Leyes y rol del estado
“Véase pues, como después de ser violentamente expropiados y expulsados de sus tierras y convertidos en vagabundos, se encajaba a los antiguos campesinos mediante leyes grotescamente terroristas, a fuerza de palos, de marcas de fuego y de tormentos, en la disciplina que exigía el sistema de trabajo asalariado.”

Es impresionante el número de veces que aparezca la policía en la película, como representante del aparato represivo del estado. La chica queda buscada por vagancia, y justamente cuando encontró trabajo en el restaurante y las cosas parecen mejorar, aparecen los empleados de vigilancia de juveniles para su arresto. Uno no se puede vagar y disfrutar una vida libre en la sociedad capitalista. Cuando Charlot y la chica se sientan en el pasto, hablando del futuro y imaginando su casita linda, casi inmediatamente viene otro agente de policía. Otro símbolo del estado está la cárcel, Charlot queda encarcelado en varias oportunidades. Hasta que busca ser encarcelado, porque se sienta cómodo y protegido.


Conclusión
El personaje de la película está pasando de un lugar de encierro y vigilancia a otro, es decir, de la fábrica, al hospital, ó de la fábrica a la cárcel y viceversa. Es como una metáfora de la “libertad” en la cual vivimos en los tiempos modernos de nuestra época. Encuentra una mayor hostilidad en el ámbito del trabajo que en la cárcel, donde está muy cómoda. Allá encuentra tal vez una seguridad perdida. Eso quizás es el más grande “crimen” del capitalismo: que robó a los humanos de “todas las garantías de vida que las viejas instituciones feudales les aseguraban”, remplazándolas con una inseguridad sin límites, y una lucha continúa de sobrevivencia. Un ser humano necesita alimentarse, alojarse, vestirse etcétera, y si se reproduce, necesito asegurar lo mismo para su descendencia. Por lo tanto se ve siempre obligado de vender su trabajo para conseguir un salario, de seguir siendo parte del gran circo, de la maquinaría engrasada que constituye nuestra sociedad y su modo de producción, porque es su única manera de obtener seguridad, o sea poca y además falso, y sentirse tranquilo y feliz.