usa la cleta

usa la cleta

maandag 25 juni 2012

Domweg gelukkig

Soms verrast het leven van alledag me en voel ik me zomaar ineens ‘…domweg gelukkig in de Dapperstraat’. Uiteraard heet een straat in deze stad calle, een straatje pasaje, een plein plaza en een laan avenida. In dit specifieke geval bevond ik me dichtbij huis in één van de mooiste avenidas die Buenos Aires rijk is, de avenida Pedro Goyena. Het verkeer werd wat rustiger, de avond viel onder de stille, statige bomen. Ik was net naar tangoles geweest, op weg naar huis, en besefte me plotseling dat ik de volgende ochtend bij Anatomie een stel koeienhersenen mee zou moeten nemen. Een paar weken later zou het centrale zenuwstelsel op het programma staan en we werden geacht zelf studiemateriaal aan te leveren.

Gelukkig is de Mercado de Progreso altijd tot negen uur ’s avonds geopend. Een oude overdekte markt, waar de verrukkelijkste delicatessen zo verlokkelijk mogelijk uitgestald liggen, en de groenteboeren de appeltjes en de aubergines nog eens extra oppoetsen. Waar het altijd heerlijk naar vers brood ruikt en waar nog echt ambachtelijke slagers - met stevige armen en bebloede schorten - onder de hoge smeedijzeren bogen hun vlees hakken. Eén van de mooiste plekjes in mijn wijk om op zaterdagochtend even rustig rond te slenteren en me door een overdaad aan appetijtelijke geuren en kleuren te laten verleiden. Om wat kostelijke lekkernijen in te slaan en een kopje koffie te drinken in het kleine cafeetje, midden tussen alle bedrijvigheid.

Deze doordeweekse avond toog ik op een speciale missie naar mijn geliefde Mercado. Onderweg gebeurde er iets moois in mijn brein. Plotseling daagde het gelukzalige besef dat dit een avond was die ik me de rest van mijn leven zou blijven herinneren. Dat dit merkwaardige moment voor altijd bij me zou blijven. Als een sprankelend zonnestraaltje van puur goud lichtte het in me op: dat er ooit een dag komt dat ik niet meer hier zal wonen, studeren en dansen, maar terug zal kijken op mijn tijd in Buenos Aires en me zal realiseren hoe buitengewoon bijzonder en waardevol deze periode in mijn leven is.

De slager had een mooi stel hersenen voor me. Op maandagen kreeg hij altijd verse geleverd. Twee flinke knuisten vol koeienkronkels reikte hij me aan. Zorgvuldig vlijden we ze in een tupperwarebakje. Een beetje bizar maar vooral ook vermakelijk om mezelf daar met bakje en bloederige inhoud door de Mercado te zien lopen. Ik hield het voorzichtig voor me alsof de kledderige derrie het kostbaarste kleinood ter wereld was. Het geluk straalde blijkbaar van me af, intuïtief keken alle slagers van hun werk op zodra ik langs liep. Sommigen openden hun mond om iets te zeggen maar er kwam geen geluid uit. Alsof ik in slow motion langs hun stalletjes schreed, misschien zelfs zweefde.

De koeienhersenen gingen een nachtje de koelkast en - de volgende dag - de formol in. Het allesoverheersende geluksgevoel conserveerde ik diezelfde avond nog. Als een fonkelnieuw sieraad schittert het sindsdien, tussen duizenden andere dierbare herinneringen.



"Domweg gelukkig" verscheen in mijn maandelijkse column Mi Buenos Aires Pequeño in het oktobernummer van tango-tijdschrift La Cadena.