Laten we het
weer eens over geld hebben. Niet over moneditas
deze keer, in het openbaar vervoer kunnen we tegenwoordig ook met onze tarjeta SUBE of Monedero terecht: kleine vooruitgang, enorm plezier. Nee, laten we
het even macro houden. Money makes the
world go round nietwaar? Een waarheid als een koe waarmee u en ik ons
dagelijks geconfronteerd zien en die de emoties tot extreme hoogte kan doen
oplopen. In december 2011 was het precies tien jaar geleden dat de Argentijnse
overheid aankondigde dat zij haar buitenlandse schuld van USD 95 miljard niet
kon terugbetalen. Een enorme crisis en volksopstand braken uit. Om te voorkomen
dat de banken zouden omvallen werden alle tegoeden bevroren. Niemand kon aan
zijn geld – of wat daar überhaupt nog van restte – komen. Anno nu is het
nauwelijks voor te stellen wat voor strijdtoneel Buenos Aires destijds geweest
is, maar de beelden van de opstand die met veel geweld door de politie
onderdrukt werd, sneden me door de ziel.
Een terugblik op tien jaar Argentijnse economie
levert helaas geen optimistisch plaatje op, ondanks de groei van de afgelopen
jaren. Het saneren van de schuld en de overheidsuitgaven is nog altijd een
zware opgave. In 2010 kwam het zelfs zo ver dat presidente Kirchner de
directeur van de centrale bank op niet geheel politiek correcte wijze ontsloeg,
omdat hij het niet eens was met het gebruiken van de nationale reserves (het
zogenaamde bicentenario fonds) voor
het aflossen van de staatsschuld. Een prachtige politieke klucht, gelardeerd
met dagelijkse porties smulnieuws, maar gebaseerd op het trieste feit dat de
staatsschuld een loden last is die het land beperkt en verlamt.
Inflatiebestendig
is de Argentijnse economie ook nog steeds niet. Eén keer met je ogen knipperen
en de prijzen zijn weer omhoog gegaan. De regering K speelt mooi weer, terwijl
iedereen er elke dag getuige van is dat de officiële cijfers niet kloppen.
Onlangs kondigde The Economist in het artikel ‘Don’t lie to me Argentina’ aan niet langer gebruik te zullen maken
van de statistieken van de INDEC (het Argentijnse Centraal Bureau voor de
Statistiek). De inflatiecijfers die sinds 2007 gepubliceerd zijn, 5 tot 11% per
jaar, gaan plaats maken voor meer realistische, minstens dubbel zo hoge, cijfers
van de inflatiespecialist PriceStats. De overheid goochelt graag met getallen
en is zelfs tot manipulatie van de Big Mac Index overgegaan. Dez index,
berekend door hetzelfde financiële tijdschrift, vergelijkt globaal de prijzen
van het paradepaardje van de welbekende hamburgergigant met de grote M.
Inmiddels staat de dubbeldikke hamburger hier niet meer prominent op de kaart.
Hij is er wel, maar weggemoffeld op een onopvallende prijslijst. Iedereen die,
niet afgeschrikt door zijn nutritieve waarde, er eentje wil verorberen kan hem
dus gewoon bestellen. Bij het afrekenen blijkt MacDonald’s welwillend partner in crime van de knoeiende K’s:
de Big Mac gaat voor ongeveer de helft van de werkelijke prijs over de
toonbank....
Mocht u nog
een tangotripje richting Buenos Aires gepland hebben: komt u vooral in grote
getale eurootjes in de tango-industrie en in de Argentijnse economie pompen.
Zorgt u wel dat u een beetje goed in de slappe was zit en wacht u niet tot de
prijzen echt de pan uit rijzen. In dat geval kunt u uiteraard uw toevlucht
nemen tot zo’n afgeprijsde Big Mac. Maar wees eens
eerlijk: u heeft toch ook liever een flinke, malse bife?