usa la cleta

usa la cleta

vrijdag 26 november 2010

De geur van aardbeien

Ik kan me de eerste keer dit seizoen nog haarscherp herinneren. Op weg naar het vliegveld Ezeiza, op weg naar thuishaven Nederland. Na een half uurtje backpacken laat ik me dankbaar op een stoel van lijn 8 zakken. Anderhalf uur Zuid-Amerikaanse toestanden voor de boeg. Genoeg tijd om de zelfkant van Buenos Aires weer eens onder ogen te zien: grauwe viaducten, krottenwijken, zwerfvuil in de bermen, stank en stof. Een in verregaande staat van ontmenselijking verkerende zwerver heeft zich op de vangrail genesteld, is er eens goed voor gaan zitten en eet met smaak van iets wat er uitziet als een soort vuilnis-feestbuffet. Versplinterde beelden wellicht vanuit een rijdende bus, maar vlijmscherpe splinters die de rauwe werkelijkheid op m'n netvlies krassen. En dan. Als bij toverslag de allesoverheersende, zoet-verleidelijke geur van verse aardbeien! Het contrast had niet groter kunnen zijn. Verrukt vliegen mijn ogen alle kanten op om te zien waar de bron is van dit brutaal bedwelmende parfum, ik vang nog net een glimp op van het verantwoordelijke fruitstalletje voor de bus weer verder rijdt, neem nog even een flinke snuif. De verrassende geursensatie doet me denken aan één van de prachtigste zinnen die ik dit jaar las (Riikka Pulkkinen, De Grens: vrouw wil zelfmoord plegen omdat ze beloofd heeft haar aan Alzheimer lijdende man op tijd uit zijn mistige wereld te verlossen, maar stelt het tijdstip telkens uit): "Niemand wil sterven als de aardbeien rijp zijn". Ik glimlach. Op de één of andere rare manier is het een troostrijke gedachte dat er aardbeien zullen zijn in Buenos Aires als ik over 14 dagen alweer terug zal komen uit Nederland.

Kilo's en kilo's aardbeien later loopt mijn tweede lente en mijn eerste academische jaar in Buenos Aires op zijn einde. Hoe vaak heeft die lieflijke lentegeur me nog weten te verleiden, die sensationele smaak me doen watertanden! De hoog opgetaste rode snoepfruitstapels verdwijnen zo langzamerhand uit het straatbeeld. Maken plaats voor perziken, nectarines en watermeloen. Op de fiets geen verrassende vleug aardbeiparfum meer, maar de indringende zwaar zoete geur van de zomer...




*****ENGLISH VERSION********

The scent of strawberries

I precisely remember the first time this season. On the way to Ezeiza airport, heading home to the Netherlands. After half an hour of backpacking I gratefully occupy a chair on line 8. South American scenes ahead for the coming one and a half hour. Enough time to face the seamy side of Buenos Aires again: gray viaducts, slums, littered roadsides, smells and dust. A tramp in advanced state of dehumanization has nestled himself on the guardrail, had himself a good sit down and is eating tastefully of what looks like a garbage-party buffet. Fragmented images perhaps from a moving bus, but razor-sharp splinters that scratch their image on my retina. And then. Like magic, the overwhelming, sweet-seductive scent of fresh strawberries! The contrast could not be greater. Delighted, my eyes fly in all directions to spot the source of this insolently intoxicating fragrance, I catch a glimpse of the responsible fruit stall before the bus starts moving again, take another deep snuff. The sudden aromatic sensation reminds me of the most beautiful sentence that I read this year (Riikka Pulkkinen, The Border: woman wants to commit suicide because she promised to redeem her husband who's suffering from Alzheimer's disease timely from his hazy world, but delaying the moment all the time): "Nobody wants to die if the strawberries are ripe." I smile. In some strange way it's a comforting thought that there will be strawberries in Buenos Aires when I will be returning from the Netherlands within 14 days.

Kilos and kilos of strawberries later, my second spring and first academic year in Buenos Aires are getting to an end. How often that lovely spring fragrance has been able to allure me, that sensational flavor to enchant me! The high red candyfruit piles are slowly disappearing from the streets. Making way for peaches, nectarines and watermelon. No more surprising hint of strawberry-perfume while biking, but the penetrating rich sweet smell of summer...

dinsdag 16 november 2010

Fiets-TienTien

Ik doe tegenwoordig een nieuwe cursus: "Schelden in het Spaans". Voor gevorderden. Al veel geleerd sinds ik mijn fiets kocht! Geen moderne virtuele classroom of e-learning, 100% praktijk, fietsen-en-leren tegelijkertijd. Kost vooralsnog helemaal geen moeite, nieuwe woorden leren. Of hoe je dezelfde krachttermen met een verschillende graad van hartgrondigheid kunt gebruiken. Je zou er grof in de mond van worden, de verkeerssituatie in deze stad. En ook al ben ik er nu een beetje aan gewend geraakt: een heer in het verkeer is geen Argentijn. Zelfs al is het een dame.

Als fietsende weggebruiker leef je in een ander paradigma, bekijk je de wereld van een heel andere kant. Dat levert veel nieuwe vragen op. Bijvoorbeeld: Waar koopt een Argentijn z’n rijbewijs? Of is er daadwerkelijk een examen om dat papiertje te bemachtigen? een lesauto heb ik nog nooit gezien. Rijmt "rechtdoor op dezelfde weg gaat voor" ook in het Spaans? Vermoedelijk niet want niemand lijkt dit o-zo-handige riedeltje in zijn hoofd te hebben. Bestaan er officiële verkeersregels en leert men die überhaupt? Ik herinnerde me ineens weer dat we op de lagere school zoiets hebben als "het verkeersexamen", werkelijk geniaal! Is de dode-hoek-spiegel hier al doorgedrongen? Is het nut van richtingaanwijzers algemeen erkend? Is rechts inhalen toegestaan? Hoeveel bonuspunten krijg je als je rechtsaf durft te slaan vanaf de meest linkerbaan? In ieder geval verdienen deze heldhaftige kamikaze-piloten een medaille voor getoonde (over)moed! Welk percentage Argentijnse autobestuurders is kleurenblind? handig om te weten voor een snelle kansberekening bij elk groot kruispunt. Van de fieters weet ik het wel: net als in Nederland 100% kleurenblind! (inclusief ikzelf ).

Er wordt te weinig gefietst hier om een collectief fietsersonderbewustzijn te ontwikkelen, een zesde zintuig dat feilloos de aanwezigheid van een fietser registreert en daarop anticipeert. Waarschijnlijk moet je in een land als Nederland geboren worden om daarmee behept te zijn. Buiten onze landsgrenzen zijn we aangewezen op eigen alertheid. Voor plotseling openslaande autodeuren bijvoorbeeld. Ik zie het al gebeuren dat ik lekker ergens naar beneden suis en dat er dan zo’n h^@& de p#$$ uitstapt zonder te kijken. Daar helpt geen enkel fietsersvernuft tegen... Een helm wel, of een fietspad... maar ja. Nederlanders willen niet aan de fietshelm, las ik deze week op internet (artikel van de Wereldomroep). En fietspaden in Buenos Aires zijn (ondanks het groeiende aantal en een vette promotiecampagne – “Mejor en bici!”) nog steeds een zeldzaamheid.

Terug naar de weg dus, met massa’s taxi’s. Geheel terecht dat ze die in de door moeder Natuur uitverkoren "pas op!"-kleuren zwart en geel uitgevoerd hebben. Ze houden nauwelijks afstand, stoppen waar het maar uitkomt en lijken de fietsende medemens te willen frustreren. Nog zo’n niet te vermijden obstakel: de stadsbus. Begrijp me niet verkeerd, de bus is top, ik ga graag met de bus. Je betaalt 3 keer niks, gaat lekker zitten (of staan) en komt vanzelf van A naar B, dag en nacht. Op tijd uitstappen en niet bestolen worden, maar verder heb je er geen omkijken naar. Een soort veilige cocon, een mini-universum dat als grootste in het verkeer het recht van de sterkste met succes weet uit te buiten. Als fietser sta je wat treetjes lager in de pikorde en is het oppassen geblazen voor deze meedogenloze monsters. Als opgejaagd wild maak je dat je wegkomt, als er vlak voor een halte eentje gierend van ongeduld in je nek hijgt. Achter een bus zit je pas echt in de val. Rechts inhalen geeft botsingen met in- en uitstappende passagiers, links inhalen doe je slechts met gevaar voor eigen leven en erachter blijven hangen is alleen leuk voor liefhebbers van heerlijk hete roetwalmen. De fietsersbaan (een streep op de weg, de naam fietspad niet waardig) die sommige grote avenidas aan de linkerkant hebben zou soelaas moeten bieden. Aanstormend en links afslaand verkeer plus slordig geparkeerde auto’s maken het gebruik ervan echter een onderneming voor wie dapper is, of levensmoe. Ik blijf dus mooi rechts rijden, dat voelt vertrouwder en overzichtelijker.

Mijn favoriete fietstocht is die van 's ochtends 6:30 uur naar de faculteit. Als de lucht nog lekker fris is, het verkeer rustig, de weg van mij. Terwijl de vogeltjes fluiten, de conciërges hun stoepjes schrobben en de winkels bevoorraad worden peddel ik op mijn dooie gemakkie in een half uurtje naar college. De eerste paar keer was het even zoeken naar de juiste route maar inmiddels ben ik mijn eigen fiets-TomTom met een levendige optimalisatie in mijn hoofd, gebaseerd op: a) het gladste asfalt (veel kleine straten hebben een ander wegdek, een soort kinderkopjes, vreselijk gehobbel met de fiets), b) de minste/minst grote gaten in de weg, c) het rustigste verkeer, en niet onbelangrijk d) de juiste richting. Dat laatste klinkt misschien onlogisch, als de bestemming bekend is, maar er is heel veel eenrichtingsverkeer, en dat compliceert de zaken nogal. “Keer om!” hoor ik de TomTom al wanhopig zeggen, maar stiekem een stukje stoep biedt in dat soort situaties ook uitkomst.

We hebben al heel wat kilometertjes gemaakt, mijn fietsie en ik. In een paar weken ben ik erg aan hem gehecht geraakt. Behoorlijk verontwaardigd was ik dus, toen ik merkte dat ze hem al hebben proberen te stelen... op klaarlichte dag, voor de supermarkt, in een drukke straat. Blijkbaar stond ik snel genoeg weer buiten, het slot was net niet helemaal doorgeknipt. Prutsers! Ik heb maar gauw een tweede en nog groter slot gekocht, om te laten zien dat het menens is. Dat ze met hun g%$# p$%^& van mijn bici af moeten blijven! Fietsen betekent bewegingsvrijheid en onafhankelijkheid (daar kun je nooit genoeg van hebben!). De sensatie van snelheid en vrijheid maakt het - afgezien van de soms moeizame interactie met mijn medeweggebruikers - heerlijk om de stad te doorkruisen. Nu het academisch jaar er bijna op zit, zoek ik nog een job voor de komende maanden. Fietskoerier lijkt me wel wat. Breng ik binnenkort de Fiets-TienTien op de markt. Editie Buenos Aires, door mij persoonlijk ingesproken, in het Nederlands en Spaans, inclusief een handige selectie scheldwoorden.