De herfst begon heftig
en meedogenloos dit jaar. Er waren maar liefst 14 levens te betreuren nadat er
een storm op orkaankracht de stad had doorkruist. Nou zijn we best wat gewend
hier qua slecht weer, maar het gemiddelde zomeronweer – hoe angstaanjagend ook
- tilt geen bomen uit de grond of daken van de stadions. Dat komt slechts
verkoeling brengen op oververhitte dagen, met veel tamtam een beetje onrust
stoken, als een blaffende hond die niet bijt. Maar dit keer was het menens. De
woeste kracht van de natuur kwam slachtoffers eisen. Het verkeer moest nog
dagenlang ontwortelde en gespleten bomen ontwijken. Het gebeurde namelijk vlak
voor Pasen en de voltallige plantsoenendienst was blijkbaar met verlof of wordt
niet doorbetaald tijdens feestdagen. In sommige wijken was geen stroom tijdens
de Paasdagen. Uit protest werden er snelwegblokkades opgeworpen. Het startschot
voor deze herfst had niet harder kunnen klinken.
Normaal gesproken klinkt
dat startschot meer als een soort rokjesdag, maar dan de Argentijnse inverse
daarvan. Klimatologisch gezien zouden beide in theorie op dezelfde dag kunnen
vallen, ergens in april. Maar terwijl het frivole en bijna feestelijke gevoel
van rokjesdag lentekriebels aankondigt en een seizoen vol zon, warmte en
oneindig plezier inluidt, kan winterjasdag toch niets anders zijn dan de droeve
boodschapper van kou, donkere dagen, griep en winterdepressies. Als bij
toverslag de winterjas het straatbeeld overheerst, lijkt het geheime teken van
de aangeboren barometer gegeven en gevoeld. Het ruikt dan ook ineens verdacht
vaak naar mottenballen in de bus en de metro.
Najaar dus, tijd om
lekker bij de kachel en bij elkaar te kruipen. Warmte zoeken bij de medemens en
schuilen voor de kou. Mijn huisgenoot gaat nog vaker dan in de zomer tango
dansen. “Dan weet ik weer even hoe het voelt om een vrouw vast te houden” zegt
hij altijd voor de grap. Maar in elke grap schuilt een kern van waarheid,
nietwaar? Ik vraag me af hoeveel mensen eigenlijk (tango) dansen om – bewust of
onbewust – warm intermenselijk contact te voelen. We raken elkaar zo weinig aan
tegenwoordig. Andersom is vastroesten in een vertrouwde omhelzing ook mogelijk.
Dat leerde ik van een lieve oude dame op mijn dansles. Ze had haar hele leven met
maar één man gedanst (misschien moeten we dat niet al te letterlijk opvatten
maar voor de dramatiek van het verhaal werkt het wel). Nadat haar man overleden
was, had ze ontdekt dat ze helemaal opnieuw moest leren dansen. Als in een oude
langspeelplaat hadden de jaren samen hun groeven ingesleten. Het kostte haar
moeite om met anderen te dansen. Ze was enorm geschrokken van de sfeer in de
milonga’s, waar ze de heren onderling had horen praten over de dames. Ze
vertrouwde me toe dat het er grof aan toe ging. In de bescherming van de
echtelijke cocon had ze geen weet gehad van de hatelijkheden en het geroddel.
Vanwege deze wetenschap
en een dringende behoefte aan vrolijkheid neig ik de laatste tijd meer naar de
salsa. Nu de blaadjes hier van de bomen vallen en het donkere seizoen begint,
wil ik de op de loer liggende herfstdip geen voedingsbodem geven. Dansen: sí!
Trieste tango’s: no.
Uit: En aquel otoño triste
Tekst/muziek Orison Moya MedinaHan caído muchas hojas
del otoño de la vida
han pasado tantas cosas
que dificil olvidar
solo veo en cada hoja
el instante en que te fuiste
y cuanto amor me dejaste
en aquel otoño triste.
"En aquel otoño triste" verscheen in mijn column Mi Buenos Aires pequeño, in het aprilnummer van tangotijdschrift La Cadena.