usa la cleta

usa la cleta

donderdag 19 december 2013

There's no business...

Drie stappen had ik maar nodig, of eigenlijk vier, om bij Carel Kraaijenhof himself terecht te komen. De maestro zelf kreeg ik niet te pakken, maar via een vriend van een vriend had ik zowaar contact met Thirza, zijn vrouw en manager. Op zich al interessant genoeg om de Six degrees of separation theorie eens in de praktijk te testen. Niet dat ik me verveelde of op een regenachtige middag niets beters te doen had, nee…. ik was op een speciale missie en speurde naar aanknopingspunten in de tangobranche.

Mijn benedenbuurman is namelijk muzikant. Van beroep, en niet onverdienstelijk zelfs: in de jaren zeventig was hij aardig beroemd met de Argentijnse jazzrockband Alma y Vida. Zijn vrouw zingt tango voor de liefhebberij en van haar huur ik mijn appartement. Ik kom geregeld bij ze over de vloer en we genieten hier boven mee van de muzikale onderonsjes die zij met vrienden en medemuzikanten organiseren. Tijdens een afscheid voorafgaand aan mijn vakantie naar Nederland, kreeg ik twee cd’tjes in handen gedrukt. Of ik mee kon helpen buurman’s tangoduo te promoten in Europa en omstreken. Ik was hun connectie met het oude continent, vanuit Nederland gingen ze de wereld veroveren. Eenmaal ter plekke zou ik impresario’s uit mijn hoge hoed toveren, uitnodigingen voor festivals en optredens regelen en via lucratieve contracten veel geld in het laatje brengen. Een leuke bijverdienste voor een student toch? Over een tarief of percentage zouden we het nog wel eens worden.

Niet gehinderd door enige kennis van zaken, gewapend met de twee cd’tjes als strategisch promotiemateriaal en een gezonde dosis scepsis beloofde ik in ieder geval te kijken of ik wat voor ze kon doen. Het stond al gauw vast dat ikzelf de rol die zij voor mij weggelegd hadden, van z’n levensdagen niet zou kunnen vervullen. Die klus liet ik graag over aan de specialist. Digitaal op zoek dus, naar iemand die verstand had van beroemd worden, die het wereldje, het publiek en de places to be als zijn broekzak zou kennen. Via een accordeonist die ik ooit in Rio ontmoette en via de directeur van het Tropentheater, kwam ik op wat bruikbare contacten. En ik kwam dus Thirza op het spoor, die direct aangaf dat Nederland op dat moment overspoeld werd met Argentijnse artiesten met maar één wens. Terwijl tegelijkertijd de interesse voor dat soort concerten terugliep, tenzij de groep of muzikant al voor de crisis een naam had opgebouwd. Haar wijze raad voor wie echt graag naar het buitenland zou willen, was om te beginnen met een gelikte website in het Engels, met opnamemateriaal en biografieën. Dat leek mij ook een logisch en strategisch begin, maar het duo was op weg naar het grote succes nog niet op het briljante idee gekomen.

Gelukkig waren er wel mp3’tjes beschikbaar. De muziek zou ik voor zich laten spreken en ik stuurde wat nummers aan een tango-dj en een muziekrecensent. De dj liep er niet warm voor en het vernietigende oordeel van de muziekrecensent luidde het vroegtijdig einde in van mijn nog prille showbizz-carrière: “het ontstijgt een gemiddeld amateurniveau geenszins“.

Als jullie het niet verder vertellen, hoeft mijn benedenbuurman het nooit te weten…


There's no business schreef ik in november 2013 en verscheen in mijn column Mi Buenos Aires pequeño, in het december-nummer van tangotijdschrift La Cadena.